Domela & Piter Jelles

Armoede en verzet
Aan het eind van de negentiende eeuw leefden veel mensen in Friesland in armoede. Dit kwam vooral door de landbouwcrisis rond 1880. Maar ook daarvoor waren leefden er al mensen in Friesland in hele slechte omstandigheden. Velen woonden in plaggenhutten op de heidevelden of in krappe, ongezonde kamers in de steden. Als ze al werk hadden, was het vaak zwaar en slecht betaald. Vroeg in de negentiende eeuw begonnen land- en veenarbeiders zich te verzetten tegen de onderdrukking door grote boeren en veenbazen. In de zuidoosthoek van Friesland ontstond de eerste georganiseerde arbeidersbeweging in Nederland. Veenarbeiders organiseerden hier stakingen, het zogenaamde ‘bollejeien’. Later richtten landarbeiders op Het Bildt hun eigen vakbond op, deze heette Broedertrouw. In deze tijd van armoede en verzet traden in Friesland twee charismatische politiek leiders naar voren: Ferdinand Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra. 

 Domela Nieuwenhuis (1846-1919)
Domela Nieuwenhuis werd na 1880 de grote socialistische leider van de volksbeweging tegen armoede in Friesland. Nieuwenhuis was oorspronkelijk Luthers predikant. Arbeiders noemden hem ‘Us ferlosser’ (Onze verlosser).  Hij pleitte voor algemeen kiesrecht en sociale wetgeving. Ook verzette hij zich tegen de vijf K’s: Kapitaal, Koning, Kazerne, Kroeg en Kerk. Eerst dacht hij dat armoede binnen het politieke systeem kon worden opgelost, maar later werd hij anarchist en riep hij op tot revolutie. In 1887 zat hij gevangen voor belediging van koning Willem III. Toch werd hij in 1888 gekozen in de Tweede Kamer met steun van christelijke kiezers. 

Pieter Jelles Troelstra (1860-1930)
Een andere belangrijke socialistische leider was Pieter Jelles Troelstra (1860-1930), een dichter en advocaat uit Leeuwarden. Hij koos voor het socialisme en verdedigde arbeiders en boeren in de rechtbank. Zijn inspirerende toespraken maakten hem populair binnen de socialistische beweging. In 1894 richtte Troelstra de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) op, een landelijke partij die binnen de Eerste en Tweede Kamer naar oplossingen zocht.

Verdeeldheid 
De socialistische beweging raakte verdeeld tussen de aanhangers van Troelstra en die van Domela. Dit bleek in 1896 bij de Hogerhuis-zaak, waar drie broers onterecht waren veroordeeld. Troelstra kon hen niet vrij krijgen door tegenwerking van Domela’s aanhangers.  

Klik hier voor alle objecten die te maken hebben met Domela Nieuwenhuis & Pieter Jelles Troelstra